Parvo bij honden in een asiel
Parvo uitbraak! Wat nu?
Wat is parvo?
Parvo is een ziekte veroorzaakt door het Canine parvovirus.
Waarom is parvo zo gevaarlijk?
Het virus
- veroorzaakt ernstige symptomen.
- is zeer besmettelijk.
- kan nog lange tijd aanwezig zijn.
- wordt nog uitgescheiden lang nadat het dier genezen is
- is resistent tegen veel ontsmettingsmiddelen.
Wie is gevoelig?
Het virus kan ernstige ziekte veroorzaken bij honden. Vooral jonge honden en honden met een verminderde immuniteit zijn zeer gevoelig.
Het is niet besmettelijk voor de mens.
Wat zijn de symptomen?
De meest voorkomende symptomen zijn
- koorts
- braken
- (bloederige) diarree
- verminderde eetlust
- sloomheid of algemene zwakte
- uitdroging
- verminderde afweer tegenover infecties
Vooral bij jonge dieren kan de ziekte leiden tot shock en sterfte.
Hoe verloopt de besmetting?
Dieren die besmet zijn, scheiden het virus uit via lichaamsvloeistoffen, voornamelijk via de stoelgang. Ook wanneer het ziek dier geen symptomen meer vertoont, is er nog uitscheiding van het virus en is waakzaamheid geboden.
Het virus kan overgedragen worden door
- direct contact zoals honden onderling
- indirect contact door
- de mens bijvoorbeeld via handen, schoeisel en kledij
- materiaal zoals eet- en drinkbakken, manden, speeltjes.
Wat moet je doen bij vermoeden van een besmetting?
Raadpleeg je contractdierenarts.
Als één of meerdere honden vermoedelijk besmet zijn met parvo, bespreek je dit best met je dierenarts. De te volgen maatregelen zijn afhankelijk van verschillende factoren zoals de ernst van de situatie, de grootte van het asiel, het aantal honden, de infrastructuur, …
Welke maatregelen moet je nemen?
Stap 1: Communiceer
Breng alle medewerkers en vrijwilligers op de hoogte zeker als ze thuis zelf honden hebben.
Als het asiel samenwerkt met de gemeente voor de opvang van verloren gelopen honden, moet je hen verwittigen zodat ze een alternatief kunnen zoeken.
Maak aan het publiek duidelijk dat bezoek aan het asiel enkel kan als het noodzakelijk is.
Als er een opnamestop is, communiceer je dit duidelijk en herhaal je dit enkele keren. Als de situatie zich herstelt, moet je dit ook communiceren.
Stap 2: Isoleer en inventariseer
Hoeveel honden vormen een risico, hoeveel zijn ziek?
Voorzie bij voorkeur 2 quarantaine ruimtes die van elkaar gescheiden zijn. Onderscheid 3 groepen dieren en noteer het aantal. De honden die een risico vormen zijn de honden die contact hebben gehad met dieren die ziekte symptomen vertonen of met materiaal waar zieke honden contact mee hebben gehad.
- Groep 1: De honden met ziekte symptomen, moet je in één quarantaine plaatsen. De ruimtes waar deze honden verblijven, moet je afsluiten zodat er geen vrije toegang meer is. Je mag geen nieuwe honden in deze ruimtes onderbrengen om te vermijden dat ze besmet geraken. Beperk het aantal mensen dat toegang heeft tot deze ruimte. De mensen die in deze ruimte komen, mogen geen contact hebben met de gezonde dieren.
- Groep 2: De honden zonder symptomen maar die een risico vormen, plaats je in eventuele afwachting van de testresultaten in de andere quarantaine.
- Groep 3: Honden zonder symptomen en die geen risico vormen, hou je gescheiden van de zieke dieren en van de dieren die kunnen besmet zijn.
Afhankelijk van het aantal zieke dieren en grootte van het asiel, is een opnamestop aangewezen.
Quarantaine regels:
- Maak duidelijk zichtbaar dat dit de quarantaine ruimte is met een affiche(PDF bestand opent in nieuw venster) of andere visualisatie.
- Sluit de ruimte af zodat er geen vrije toegang is.
- Breng geen nieuwe honden in deze ruimte om besmetting te vermijden.
- Beperk het aantal mensen dat toegang heeft, idealiter is dit slechts 1 persoon. Deze mensen mogen geen contact hebben met de gezonde dieren.
Stap 3: Test de honden
Bespreek met je dierenarts hoeveel en welke honden moeten getest worden.
Dit is afhankelijk van het aantal honden, de duur dat de zieke hond in het asiel aanwezig is, de ernst van de situatie, …
Stap 4: Reiniging en ontsmetting
Parvovirus is bijzonder resistent. Een grondige reiniging en ontsmetting van al het materiaal en alle ruimtes waarmee de besmette katten in contact zijn gekomen, is daarom cruciaal. Vergeet hierbij niet de eventuele inkom, voertuig, kooien.
- Reinig de ruimtes eerst grondig zodat er geen zichtbaar vuil meer is.
- Ontsmet de ruimtes en materiaal daarna met Virkon S of Javel 10%. Lees de bijsluiter voor een correct gebruik.
- Gebruik zoveel mogelijk wegwerpmateriaal zoals oude doeken, pampers, … die je na gebruik wegsmijt. Neem elke dag nieuw materiaal.
- Per hok voorzie je apart materiaal (emmer, vod, …)
- Reinig en ontsmet het gebruikte poetsmateriaal.
- Het personeel dat in de besmette ruimtes komt, komt niet met dezelfde kledij in andere ruimtes. Daarom moet je de kledij dagelijks wassen. Wegwerpkledij gooi je onmiddellijk na gebruik weg. Idealiter voorzie je een sas nabij de quarantaine waar je je kan omkleden en ontsmetten. Heb je die ruimte niet, voorzie dan in de quarantaine een plaats nabij de ingang.
Stap 5: Voorkom verdere verspreiding
Overdracht via kledij en materiaal is een reëel gevaar. Om de besmetting aan te pakken en verdere verspreiding te vermijden, moeten volgende maatregelen daarom strikt worden gevolgd.
In de quarantaine ruimtes
- Toegang is enkel voor de persoon (personen) die in quarantaine mogen zijn. Voor anderen is het strikt verboden.
- Plaats ontsmettingsbakken aan de in- en uitgang van de quarantaines met Virkon S of Javel 10%. Zorg dat er voldoende vloeistof is en dat het minstens 1 x per week wordt ververst. Lees het etiket voor een correct gebruik.
- Schoenen blijven in de ruimtes. Het is aan te raden om bijkomend met wegwerpschoen overtrekken te werken.
- Draag wegwerphandschoenen
In alle ruimtes
- De beschermkledij van de verschillende ruimtes moeten strikt gescheiden blijven.
- Zorg voor voldoende handontsmetting.
- Elke ruimte heeft een eigen afgesloten vuilnisbak met vuilniszak.
- Vermijd hergebruik van materiaal.
Vergeet ook niet om het poetsmateriaal te ontsmetten.
Honden die ziek waren, moeten lang genoeg in quarantaine blijven om verspreiding van het virus tegen te gaan. Als ze geen symptomen meer vertonen, moeten ze nog minstens 2 weken in quarantaine blijven.
Wat na de quarantaine?
Honden die de quarantaine mogen verlaten moeten strik opgevolgd worden. Plaats ze enkel bij adoptanten zonder honden of bij adoptanten met goed gevaccineerde honden.
Als alle honden weg zijn, moet je alle ruimtes grondig reinigen en ontsmetten.
Al het materiaal dat niet kan ontsmet worden, moet je weggooien.
Wassen op 90°C neemt het virus niet weg dus al het stoffen materiaal zoals dekens, mandjes, … moet je weggooien.
Voorzie een leegstand van minstens 1 maand. Om alles beter te laten uitdrogen moet je de lokalen verwarmen.
Terug opstarten?
Begin rustig aan en wees waakzaam voor een heropflakkering van het virus. Laat slechts enkele honden toe en verhoog dit aantal geleidelijk aan.
Breng de gemeente op de hoogte als je weer honden kan opvangen.