Interviews: tekstversie
Jens en André
André: Ik ben André Claessens. Zaakvoerder en oprichter van traiteur Claessens André uit Zaventem. Ik werk daar als bedrijfsleider.
Jens: Ik ben Jens. Ik werk bij André Claessens. Ik ben begonnen als chauffeur en doe nu ook mee de logistieke taken. Na mijn schooltijd ben ik bij de VDAB terechtgekomen, die hebben mij doorgestuurd naar Emino en zo ben ik bij André terechtgekomen.
André: Ik heb zelf jarenlang in de zorgsector gewerkt. In de zorgsector is kansen geven en samenwerken een zekerheid. Vanaf de eerste dag zijn we mensen kansen gaan geven, zijn we mensen stages gaan aanbieden. Heel divers. Tot op heden zijn daar heel veel positieve samenwerkingen uitgekomen, waaronder ook met Jens.
Jens: Ik heb zelf gemerkt hoe moeilijk het was om effectief aan een job te kunnen beginnen. Ik heb autisme en ik heb anderhalf jaar thuis gezeten. Voor ik bij André begon te werken, zat ik thuis niets te doen. Dat werkte heel zwaar, en ik had ook niks van vrienden, niks sociaal contact. Dat is allemaal eigenlijk terug wat begonnen, en heeft opbouwend gewerkt dankzij André.
André: Bij de zoektocht is het belangrijk dat mensen een warm gevoel hebben. Dat mensen zich willen inzetten. Dat mensen zich achter onze normen en waarden willen zetten. Dat mensen ook willen samenwerken. Het is niet zo belangrijk voor mij wat mensen niet kunnen, maar het is wel belangrijk wat mensen wel kunnen. Er zijn heel veel zaken die ik niet kan, maar er zijn gelukkig ook een aantal dingen die ik wel goed kan. En dat is voor Jens bijvoorbeeld ook het geval, die een fantastische planner is en een fantastische chauffeur is. Dat zijn de zaken waarvoor hij bij ons werkt. Zo hebben wij een schone match, door stap voor stap aan de slag te gaan. Wederzijds vertrouwen te winnen. En best wel een aantal structuren ingevoerd te hebben. Een van onze succesverhalen vandaag de dag is bijvoorbeeld ook dat elke ronde een vaste samenstelling heeft. Dat doen we de dag van vandaag nog steeds. Dat geeft bijvoorbeeld een chauffeur zoals Jens toch veel houvast. Dat je weet elke dag, als ik ronde blauw ga rijden, dan weet ik welke adressen ik ga aandoen, dan kent die klant mij. Je staat eigenlijk gemiddeld gezien voor heel weinig verrassingen tijdens je ronde, tenzij er op de baan iets gebeurt. Maar dat geeft wel heel veel houvast en vertrouwen. Als je bijvoorbeeld zoals Jens in dit geval met autisme te maken hebt. Wat mij betreft is het belangrijk dat bedrijven ook wel een stukje naar een breder team gaan kijken. Heel veel bedrijven lopen vast op het feit dat ze bepaalde jobs niet meer ingevuld krijgen. Er zijn gaandeweg meer knelpuntberoepen. En dan blijven mensen steeds zwart-wit zoeken naar die ene witte raaf, die ene persoon die die job theoretisch op papier heeft staan, die ook die cursus heeft gevolgd. Maar in het merendeel van de gevallen ga je die persoon vandaag niet vinden. Ik merk dat dat in ons geval wel een stukje van een succesformule is, te kijken naar het breder spectrum. Welke jobs er allemaal moeten gedaan worden. En als je daarin enkele zaken kunt gaan afsplitsen, een stukje jobcreatie kunt gaan doen, dan kun je zien dat bepaalde taken eigenlijk soms zelf een hulp zijn voor die ‘witte raven’ die je dan zogezegd in dienst hebt. Om daar een stukje van ballast uit hun huidige jobomschrijving te halen, en aan iemand te geven die daar zeer goed in is, zeer gedreven is, gelukkig in is. Maar dat maakt wel dat je je gediplomeerde, je technisch onderlegde persoon, wel 100 procent zijn job kunt laten uitvoeren. Ik denk dan vaak bijvoorbeeld aan bedrijven die techniekers niet meer vinden de dag van vandaag. Maar die wel twee techniekers samen de baan opsturen, waarvan een vandaag de ladder moet vasthouden, en de andere effectief techniek aan het doen is. Dan ben je in mijn perceptie beter om iemand een kans te geven die heel blij is om een ondersteunende taak te kunnen uitvoeren. Dan kan je per definitie twee keer zoveel ploegen de baan opsturen, wat economisch absoluut een winner is.
Lynn en Inne
Inne: Ik ben Inne en ik ben directeur van SAM, steunpunt Mens en Samenleving.
Lynn: Ik ben Lynn, ik werk ook bij SAM, steunpunt Mens en Samenleving. Ik werk op het thema langdurige werkloosheid.
Inne: Ik vond de campagne, of deelnemen aan de campagne, heel belangrijk. Omdat ik als werkgever heel goed besef dat er gewoon thuis nog heel veel mensen zitten die denken dat het niet kan. En ik kan daar alleen maar van zeggen, dat is een manier om veel talent binnen te krijgen dat anders onaangeroerd blijft.
Lynn: De reden dat ik heel graag wil meedoen aan de campagne is omdat ik een van die mensen ben die tot een paar jaar geleden dacht dat het niet meer zou lukken om te werken. Die ook de stempel arbeidsongeschikt gekregen had. Als je dan ziet wat er wel allemaal kan, dan hoop ik, door daar aan mee te werken, er nog heel veel andere mensen zich toch een beetje gemotiveerd voelen. Of geïnspireerd om het ook te proberen. Zelf om nog maar te kunnen zeggen: ik ga naar mijn werk. Ik ben nu echt vers uit revalidatie. Ik ben eigenlijk nog maar week twee terug aan het werk, voor 20 procent, om te beginnen. Dus dat gaat stelselmatig opbouwen. En ik heb gemerkt dat zelf na 1 werkdag, ik zo een glimlach had. Van gewoon bezig te zijn met iets dat je zinvol vindt. Heel belangrijk. Ik dacht dat er in de officiële vacature voltijds stond, dus ik heb onmiddellijk geïnformeerd of het ook deeltijds kon. Want voltijds gaat voor mij helemaal niet, gezien mijn gezondheidsproblemen. Daar was dan redelijk meteen een opening voor om daarover te praten. Dus ik denk dat het vooral dat is, die openheid. Dat mensen dat moeten durven en zich niet moeten schamen omwille van de gezondheidsproblemen die ze hebben. In een ideale wereld kijken mensen daar toch wel voorbij, zeker als het gaat over een jobcontext. Dan gaat het toch wel om wat je kan, wat je in huis hebt, de kennis die je hebt, of de vaardigheden die je hebt. Dan zou dat er helemaal niet zo toe mogen doen.
Inne: Het kan gewoon iedereen overkomen dat die uitvalt, dat het niet goed gaat. Dat het eens wat minder is. Dus ik zou zeggen dat ze vooral moeten kijken naar welk talent heb je nodig. Zeker ook de dag van vandaag. Krappe arbeidsmarkt. Geef mensen kansen. Ik heb zelf wel als oproep naar mensen die werknemers, potentiële werknemers. Zo naast de schaamte over je arbeidsbeperking, waar je je niet moet over schamen natuurlijk, is zo de hulp die er is, bijvoorbeeld van een organisatie als Emino, om voorbereid naar een werkgever te gaan. Op welke manier zou ik dit nu kunnen doen? Want ik was het wel wat gewend om daar die flexibiliteit in mijn hoofd op te brengen en daar met mensen over na te denken. Maar het helpt ook wel als er iemand bij jou komt die zegt van: kijk op die manier zou je dat kunnen doen, op die manier zou je die premie kunnen inzetten.
Lynn: Ik denk de grootste impact is toch dat er geen chronische stresssituatie ontstaat waarbij je zo in een kramp schiet van ‘ik mag niet ziek worden’, ‘ik mag niet uitvallen’, ‘het mag geen mindere dag zijn’, ‘het mag allemaal niet, want ik moet hier flink zijn’. Het feit dat je weet dat er een vangnet is, en als het zo is, dan hoef ik mij niet zo te voelen. Ik denk dat dat voor mij de grootste impact heeft. En dat dat zelfs preventief werkt, net omdat die stressmotor niet draait. Dat het risico op uitval vanzelf eigenlijk al verkleint, omdat je gewoon weet als het eens minder gaat, is het ook oké. Ja, dat is heel fijn.
Els en Romy
Els: Ik ben Els Tiri. Ik ben van opleiding maatschappelijk werker. Ik doe loopbaancoaching, stress- en burnoutcoaching en ik doe daarbij ook nog lesgeven bij Syntra PXL.
Romy: Ik ben Romy Achten. Ik ben eigenlijk bij Els terechtgekomen omdat ik werkte als verkoopster en ik ben biotechnoloog van opleiding. Ik wist niet zo goed wat ik wou doen met m’n diploma, want ik wou het labo niet in. Nu ondertussen, na loopbaanbegeleiding, ben ik begonnen als key accountmanager chemie.
Els: Ik heb eigenlijk bijna twintig jaar in loondienst gewerkt. Nu ben ik zes jaar zelfstandige. Nu zeg ik, eigenlijk had ik die stap eerder moeten zetten. Maar ik was bang. Mijn man is ook zelfstandige en we hadden altijd gezegd: een van ons beiden gaat wel blijven werken in loondienst. Ik ben ontslagen, van de ene op de andere dag. Op een uur tijd was het gedaan. Dat heeft mij zelf heel diep geraakt, maar doordat ik dat heb meegemaakt, kan ik mijn job nog beter doen. Toen had ik ook het gevoel, ik was toen 46, dit wil ik nooit meer meemaken. 12 december 2016 ben ik ontslagen en 23 januari 2017 was ik zelfstandige. Enerzijds hoop ik dat wij met deze campagne, dat heel veel werkgevers er toch voor open gaan staan, om iemand met een beperking aan te nemen. En dat ze vooral gaan kijken, niet zozeer naar die beperking, maar wel naar wat iemand wel kan. Wij zijn niet minder. Wij zijn ook niet beter. Maar eigenlijk of ik nu de job doe als loopbaancoach in de rolstoel of niet, eigenlijk zou dat geen verschil mogen maken. Dat hoop ik. En dan zelfstandige. Heel veel mensen met een beperking durven die stap niet te zetten, en hebben schrik van ‘gaat het mij wel lukken, gaat dit, gaat dat?’ En dan denk ik: ‘ja’.
Romy: Ik hoop wel oprecht dat werkgevers het doen omdat ze potentieel zien in de persoon die ze aannemen, en niet voor die premie. Ik vind het belangrijk dat ook mensen met een handicap zich enorm gewaardeerd voelen. Want uiteindelijk hebben die evenzeer dezelfde talenten.
Els: Wat ik fijn vind aan mijn job is, ik mag bij mensen samen op weg gaan. Ik ga daar niet boven staan, maar ik probeer vooral te zeggen, kom, ik kom langs je staan en wij gaan samen op weg. Zoals bij Romy zijn we gaan kijken, wat zijn Romy haar talenten? Wat kan ze nog meer? Ik voelde heel duidelijk na een eerste gesprek, voelde ik, die werkt als verkoopster. Ja, daar moeten we iets aan gaan doen. Dan begint dat bij mij te borrelen. Ik vind dit zo belangrijk, dat mensen zien dat dit ook kan. Ik zeg altijd die rolstoel, die hoort bij mij. Voor mij is dat een stukje van mijn lichaam. Als ik ergens ga spreken, zeg ik altijd, eigenlijk zijn dat mijn schoenen. En als je die mij afneemt, dan ben ik heel erg gehandicapt. Want waar je me dan neerzet, daar blijf ik dan ook zitten. Vanaf het moment dat je samen met mij een project of gelijk wat zou doen, ik hoop dat toch, dat je heel snel die rolstoel vergeet, dat je die niet meer ziet. En dat het gewoon om mij gaat. Vandaag was het nog in het nieuws. Er zijn zo veel openstaande vacatures. Dan zeg ik ‘kom, neem mij mij maar aan’. Nu mij niet meer, maar kijk eens wat er is voor een waaier. Geef hen een kans. Er zitten echt heel veel talenten tussen hoor.
Lotte en Tjorven
Tjorven: Ik ben Tjorven, 26 jaar. Ik werk nu bijna 5 jaar bij Konvert. Mijn eerste en enige job. Echt op de bureau mee, ja, zoeken naar matches voor kandidaten bij bedrijven.
Lotte: Ik ben Lotte. 6 maanden geleden ben ik op zoek gegaan naar een job en ben ik bij het interimkantoor Konvert binnen gegaan. Ik heb daar Tjorven ontmoet. Ik ben bij een bedrijf kunnen starten. Ik ben er heel tevreden mee. Het ging heel snel. Het ging heel vlot. Ik doe soldeerwerk. Dus printplaten, die soldeer ik. Ook brandalarmen, die moet ik ook monteren. Dat is een van de taken. Dat is repetitief bandwerk aan wel een stevig tempo, dus je moet je wel goed kunnen concentreren voor de job. Ik doe het heel graag omdat er niet al te veel communicatie nodig is met collega’s of andere mensen op de werkvloer. Ik zit gewoon op mijn eigen werkplek, dus dat is een perfecte job voor mij.
Tjorven: Heel veel bedrijven hebben op dit moment veel vacatures open staan. Het is dan eigenlijk aan ons echt om een goede match te kunnen vinden. In haar vorige job had ze ook fijn werk moeten doen. Zij doet las- en soldeerwerk van millimetertjes, printplaatjes. Vandaar eigenlijk een paar linken proberen samenleggen. Dat is hetgeen wat ook wel de voldoening geeft in onze job, om echt een goede match te kunnen vinden. Ik denk dat dat in dit geval wel gelukt is. Ja, ik denk dat het voornaamste is dat mensen de weg vinden naar de interimkantoren. Niet alleen de onze, maar ik denk naar iedereen. Het is een drempel en ik hoop dat dat met voorbeelden die dat we nu aanhalen, dat mensen inzien dat het echt wel kan.
Lotte: Ik vind het belangrijk voor mensen met een beperking dat zij ook zien dat je wel degelijk kan werken. Het maakt niet uit wat jouw situatie is. Ik vind het belangrijk om sociaal contact te hebben en niet thuis te vereenzamen. Het is fijn om een loon te hebben en niet enkel van een uitkering te leven, dus vandaar mijn deelname. Ik ken heel veel mensen met een beperking die thuis blijven. Die niet op zoek gaan naar een job omdat de communicatie daar moeilijk verloopt. Of om andere redenen. Dus ja, vandaar.
Tjorven: We hebben een verhaal gehoord van mensen met een beperking. Die zitten inderdaad thuis met een loon. In principe moeten die niet gaan werken. Maar het is zoals Lotte zegt, de mensen die bij ons terechtkomen, zij willen echt werken. Ik denk dat je met die doelgroep van de bevolking echt gemotiveerde mensen hebt. Het spreekt voor zich denk ik waarom je hen een kans moet kunnen geven.
Ivan en Giovanni
Giovanni: Ik ben Giovanni Vandenborre. Ik ben sinds 1994 actief bij Vuylsteke-Eiffage en sinds 2019 gedelegeerd bestuurder.
Ivan: Mijn naam is Ivan Kindt. Ik ben 51 jaar. Mijn functie in het bedrijf van Eiffage-Vuylsteke is technisch tekenaar. Zoals je ziet zit ik nu in een rolstoel sinds 2007 na een accident. Voorheen was ik meestergast op de werkvloer in hetzelfde bedrijf. Na mijn revalidatie heb ik mij kunnen omscholen in hetzelfde bedrijf. Met de steun van de werkgever. Als technisch tekenaar. En tot op heden doe ik nog altijd met plezier die functie. Wat de job nalaat bij mij is vooral belangrijk omdat het voor mij een structuur is. Ook het sociale aspect. Contact met andere mensen, dat is ook belangrijk, dan anders thuis te moeten blijven. Tussen vier muren je dag te moeten doorbrengen.
Giovanni: Het geeft mij voldoening als werkgever om die mensen binnen onze structuur een kans te geven en die hun talenten te laten ontplooien. En die blijken ook naderhand heel gemotiveerd en loyaal en dankbaar te zijn voor de kansen die hun geboden worden.
Ivan: Het is niet omdat je in een rolstoel zit, dat je daarom anders bent. Mensen kijken nu vaak ook door de rolstoel heen, omdat ze mij nog altijd kennen als de Ivan van voorheen. Ik ga niet zeggen dat het een voorbeeldfunctie is, maar ik wil gewoon mensen duidelijk maken dat je wel degelijk in de maatschappij kan meedoen. En een duurzame job uitoefenen.
Giovanni: We hebben onze werkomgeving niet aangepast, we hebben ze juist gebouwd. Dat is eigenlijk wat we gedaan hebben. Maar zonder Ivan, hadden we waarschijnlijk bij een aantal praktische bedenkingen niet stil gestaan. Met de ervaring van Ivan en het respect voor de mens hebben wij het concept van onze kantoren op die manier aangepast en aangepakt dat dat toegankelijk is voor iedereen. Dat heeft geen euro meer gekost, enkel een beetje meer oppervlakte, maar op zich heeft dat een omgeving gecreëerd die ruim en luchtig is. Dat heeft inderdaad geen moeite gekost, nee. Ik ben ervan overtuigd dat de communicatie en het in het daglicht brengen van de maatregel individueel maatwerk verschillende werkgevers er zal toe aanzetten en over de brug helpen om mensen die op het eerste zicht een beperking hebben, om die toch te integreren in het reguliere arbeidscircuit. En een kader en een omgeving te creëren waar ze welkom zijn, en toch waardevol, en ook vooral zinvol voelen.
Ivan: Ik ben daar volledig mee akkoord. Ook zoals nu dat de rolstoel in beeld wordt gebracht. Dat is vaak ook met andere rolstoellers. Die zien dan de stoel niet, of ik word gewoon in de zetel geplaatst waar Giovanni in zit. Dan geeft dat een heel ander beeld. Terwijl als de rolstoel erbij is, dan is dat, ja ik zou niet zeggen pluspunten, maar misschien een motivatie om die mensen die ook in een roelstoel zitten, wel de stap te doen nemen om wel een job aan te nemen. En daardoor nuttig te zijn in de maatschappij.
Giovanni: Ik denk dat louter een financiële tegemoetkoming niet voldoende is om een solide en goede oplossing te bieden. Op een bepaald moment hebben wij Ivan een job aangeboden. Als hij dat niet graag had gedaan, of daar onvoldoende talent voor had gehad, was dat ook niet gelukt. Je mag 100 kantoren bouwen die rolstoeltoegankelijk zijn. Als je het talent niet hebt, lukt het ook niet. Maar de campagne moet helpen om die talenten te ontdekken, en dat te ondersteunen. En dan is dat volgens mij win-win. Voor de kandidaat en voor de werkgever.
Patrick en Christel
Christel: Ik ben Christel Witgeers. Ik werk voor Emino en ik ben daar algemeen directeur.
Patrick: Ik ben Patrick. Ik werk ook voor Emino. Ik ben ICT-medewerker en ik ben vooral verantwoordelijk voor de provincie Vlaams-Brabant, Brussel en Limburg. Het leuke aan mijn job is natuurlijk, het heeft allemaal te maken met ICT. Computer. Maar globaal is het vooral zorgen dat al onze medewerkers zo optimaal mogelijk kunnen werken met hun ICT-materiaal. Dat is gsm, laptop, alles bij elkaar.
Christel: Ik wens eigenlijk elke ondernemer in Vlaanderen een Patrick toe in zijn team. Om samen oplossingsgericht te gaan nadenken, en zo eigenlijk samen mee de arbeidsmarkt te kunnen versterken.
Patrick: Het begint natuurlijk bij mezelf. Het verhaal dat ik zelf heb gelopen. Ja, je hebt een beperking. En dan kan je kiezen. Ofwel zeg je van oké, je zit in een hoekje, en zegt van ‘goh, spijtig, toch jammer’. Natuurlijk blijft het jammer, maar een van de belangrijkste dingen in mijn leven was zo goed mogelijk proberen te leven alsof die beperking er niet is. Natuurlijk is ze er wel, maar voor mij was werken, mijn eigen centen verdienen. Mijn eigen centen die ik uitgeef, wil ik zelf verdienen. Voila, daar heb ik voor gevochten. Ondertussen zijn we 21 jaar later. Ik werk er nog steeds. Ik ben ooit begonnen als administratief ondersteunende kracht en nu ben ik doorgegroeid tot ICT-verantwoordelijke van verschillende provincies.
Christel: Patrick heeft heel wat competenties, maar een van de sterkste zaken aan Patrick in onze organisatie is absoluut zijn attitude en zijn houding ten aanzien van werk. Ik hoor heel vaak van de collega’s dat ze er vrolijk van worden om met Patrick in overleg te gaan. Ook door zijn oplossingsgerichtheid. Ik denk dat Patrick dat wel meegekregen heeft onder andere door zijn beperking, om altijd op zoek te gaan naar oplossingen. Op die manier draagt hij dat ook een stuk over naar de collega’s. Ik denk van de 375 collega’s, de 374 anderen naast Patrick, ook Patrick kennen. Zij geven altijd aan naar mij toe, als er een probleem is dan bellen we heel graag naar Patrick, want hij helpt ons echt op weg.
Patrick: Voor mij is het inderdaad, zou het fijn zijn, dat inderdaad een werkgever of een bedrijf echt gaat kijken naar de talenten. Meestal moet je solliciteren en passen in de vacature. Eigenlijk zou ik het graag andersom zien. Dat ze gaan kijken naar de persoon, naar de talenten van de persoon en hoe kan ik ervoor zorgen dat de talenten zo veel mogelijk naar boven komen. En kunnen we daar een job gaan in elkaar puzzelen eigenlijk. Voor mij, ik zeg dit al jaren, maar voor mij is werken en meelopen in de maatschappij mijn beste medicijn geweest.
Christel: Ik zou in elk geval willen aangeven om een stukje te stoppen met de zoektocht naar de befaamde witte raaf. Ik zou hen vooral proberen overtuigen dat ook de roze tijgers die nog rondlopen, dat die van bijzonder grote waarde zijn voor de organisatie. Dat die zelfs een toegevoegde waarde kunnen hebben. En zoals Patrick ook aangeeft. Soms kom je onverwachte talenten tegen die dan net iets meer kunnen betekenen in het invullen van de vacature. Of dan kun je inderdaad meer gaan inzetten op dat maatgerichte, maar voor de hele organisatie.