Gedaan met laden. U bevindt zich op: Kwaliteitsnormen voor kamers
Kwaliteitsnormen voor kamers
Zijn er specifieke woningkwaliteitsnormen voor kamers en studentenkamers? En aan welke woningkwaliteitsnormen moeten kamers voor seizoenarbeiders voldoen?
Kamers en studentenkamers
Voor kamers en studentenkamers gelden een aantal specifieke regels.
- Er moet een minimum aan comfort zijn, zoals een individuele wastafel met warm water in elke kamer.
- Er moeten ook voldoende gemeenschappelijke functies (bad of douche, toilet en keuken) aanwezig zijn.
- Een kamer is in principe bestemd voor een persoon, tenzij ze groot genoeg is (tenminste 18m²) dan mogen er twee personen verblijven, op voorwaarde dat ze een duurzame band hebben met elkaar (bijvoorbeeld een koppel of ouder en kind).
Kamers voor seizoenarbeiders
De woningkwaliteitsnormen voor de tijdelijke huisvesting van seizoenarbeiders houden rekening met de specifieke behoeften en problemen van de tuinbouwsector. De normen voor kamers voor seizoenarbeiders verschillen daarom van kamers en studentenkamers.
- De oppervlakte van een kamer of slaapruimte voor seizoenarbeiders moet minstens 8 m² per persoon bedragen. Er staat geen grens op het aantal personen dat in een ruimte/kamer mag slapen, zolang de minimale oppervlakte van 8m² per persoon maar wordt gerespecteerd en het nodige comfort aanwezig is.
- Een gebouw met kamers voor seizoenarbeiders moet over een gemeenschappelijke (leef-)ruimte beschikken. Die mag niet kleiner zijn dan 10m². Die minimumoppervlakte verhoogt naargelang het aantal bewoners.
- Gewone kamers moeten elk over een individuele wastafel beschikken, voor seizoenarbeiders mag dat een gemeenschappelijke wastafel zijn (minimaal een wastafel per zes bewoners). Er moet minstens een gemeenschappelijk bad of douche per tien bewoners en een gemeenschappelijke WC per zes bewoners zijn.
Huisvesting voor tijdelijke arbeidskrachten
De gemeente kan via een gemeentelijke verordening ook specifieke woningkwaliteitsvereisten voor kamerwoningen voor tijdelijke arbeidskrachten laten gelden. Dit verschilt nog van de normen voor seizoenarbeiders.
- Voor de vloeroppervlakte van een individuele kamer voor 1 persoon volstaat 8 m². Dat is kleiner dan bij een traditionele kamer (min 12 m²). Daarom moet men voldoende compenserende gemeenschappelijk leefruimte voorzien en uiteraard ook een vergunning hebben (zie inhoud decreet).
- De kamer moet niet slotvast afsluitbaar zijn en een aparte brievenbus/deurbel is niet noodzakelijk.
- Er is een gemeenschappelijke leefruimte met een zitplaats, keuken of eetkamer van minimum 6m². Men voorziet minstens 2m² per bewoner op basis van de objectieve bezettingsnorm. De leefruimte bevindt zich in of aansluitend aan de kamerwoning (kan via niet interne overdekte doorgang) en kan compenseren voor meerdere kamerwoningen.