Kosten en lasten
Het bedrag dat de huurder betaalt, moeten de werkelijke kosten zijn. Dit moet gebeuren met een “afzonderlijke rekening”. De wetgever bedoelt hiermee dat de aanrekening van gemeenschappelijke kosten afzonderlijk van de huurprijs moet vermeld worden. De facturen waarop de aanrekening is gebaseerd, moeten voorgelegd worden zodat een controle van de rekening mogelijk is. Voor appartementsgebouwen volstaat het dat aan de huurder die de aanrekening wil controleren, de mogelijkheid wordt geboden om de facturen in te kijken. Op die manier wil men de eigenaar vrijwaren van al te veel kopieerwerk.
De wet laat ook toe dat verhuurders en huurders in de huurovereenkomst een forfaitair bedrag afspreken voor de betaling van de gemeenschappelijke kosten. Op die manier kunnen afrekeningen en controle van de facturen vermeden worden. Zowel de huurder als de verhuurder kunnen echter ten allen tijde van dit systeem afstappen en eisen dat het forfaitair bedrag wordt vervangen door betaling van de werkelijke kosten.
Om te weten wie welke kosten en lasten moet betalen, is het van belang of het huurcontract dateert van voor of na 1 januari 2019.