Gedaan met laden. U bevindt zich op: Inning van de heffing op ongeschikte en onbewoonbare woningen
Inning van de heffing op ongeschikte en onbewoonbare woningen
Met de heffing ongeschikte en onbewoonbare woningen, ook wel ‘krotbelasting’ genoemd, wil de Vlaamse overheid de verloedering van de leefomgeving tegengaan. Als steden en gemeenten zelf een heffing innen, doet het Vlaamse Gewest dat niet meer.
Vanaf 2017: inning door gemeente of Vlaamse Belastingdienst
- de inventaris van woningen of gebouwen bestaat sinds 01-01-2017 uit twee lijsten:
- ongeschikte of onbewoonbare woningen
- onbewoonbaar verklaarde woningen (artikel 135 Nieuwe Gemeentewet).
- er is geen gewestelijke heffing voor ongeschikte of onbewoonbare woningen in gemeenten waar er een gemeentelijke heffing bestaat die een minimumbelasting oplegt:
- van 500 euro voor een kamer als vermeld in artikel 2, § 1, eerste lid, 10° bis van de Vlaamse Wooncode
- van 990 euro voor elke andere woning.
- de gemeenten moeten hun goedgekeurd belastingreglement vóór 31 maart van het aanslagjaar aan de Vlaamse Belastingdienst bezorgen. Als dat niet tijdig gebeurt, of als het reglement niet aan de minimumvoorwaarden voldoet, zal de Vlaamse Belastingdienst in die gemeente zelf een gewestelijke heffing innen, in plaats van de gemeentelijke.
- de al bestaande heffingen van voor 2010 en van 2010-2016 kunnen verder geïnd worden door de Vlaamse Belastingdienst