“Een dag na de aanslagen zat er al een terreurslachtoffer voor mij.”
Volker Luyckx is justitieassistent slachtofferonthaal in Antwerpen. Sinds de start van het terreurproces staat hij, samen met collega’s uit Brussel en heel Vlaanderen, slachtoffers en nabestaanden bij van de aanslagen in Zaventem en Maalbeek. Volker neemt ons mee voor een blik achter de schermen van het proces en vertelt over zijn eerste ervaringen.
In 2022 besliste Volker om zijn collega’s van Slachtofferonthaal Brussel te helpen op het terreurproces. Hij reageerde op een interne oproep vanuit AJH en heeft nog geen seconde spijt gehad van zijn beslissing.
“Zorgen voor slachtoffers heeft altijd in mijn DNA gezeten. In 2016, op het moment van de aanslagen, werkte ik voor Slachtofferhulp. Op 22 maart was ik, zoals zovele mensen, zelf in shock over het drieste terreurgeweld. Ik had een vriend in Brussel, die gelukkig ok was, maar het kwam toen allemaal erg dichtbij.”
24 uur later kwam het voor Volker ook professioneel heel dichtbij toen een slachtoffer van de terreuraanslagen in Brussel zich bij hem aanmeldde voor slachtofferhulp. “Ik herinner mij het gesprek met mijn eerste terreurslachtoffer goed. Die persoon was nog in shock en wilde vooral vertellen. Over wat hij had gezien, gehoord, geroken… Dat was… heftig. De weken en maanden nadien heb ik het verwerkingsproces van die man begeleid. Ook verzekeringstechnisch kwam er heel wat bij kijken. Ik heb in die tijd veel samengewerkt met de Commissie voor financiële hulp aan slachtoffers van gewelddaden. Soms moesten we ook slachtoffers doorverwijzen voor psychologische hulp. Wanneer het trauma te zwaar om dragen was.”
In 2018 maakt Volker de overstap naar de justitiehuizen. Na een tijdje in de daderbegeleiding gewerkt te hebben, volgde hij zijn hart en kwam hij opnieuw bij de ondersteuning van slachtoffers terecht. “De dienst Slachtofferonthaal voelde aan als thuiskomen. In die tijd kwam het terreurproces regelmatig in het nieuws. Toen er kandidaten gezocht worden om de collega’s van Brussel bij te staan was het voor mij een uitgemaakte zaak dat ik zou helpen.”
Samen met collega’s uit heel Vlaanderen draait Volker mee in een roulatiesysteem. De justitieassistenten zijn opgesplitst in vier groepen. Iedere groep is om de beurt een ganse week op het proces aanwezig. Ze overnachten in een hotel in de buurt van de oude NAVO-site, Justitia, waar het proces doorgaat. “Dat is allemaal echt heel goed geregeld voor ons. In het begin leek het me allemaal wat overdreven, maar nu weet ik beter. Na een zware dag op het proces verzekerd zijn van een goed bed en goed gezelschap van collega’s om samen stoom af te blazen en te ventileren, dat is goud waard. We eten vaak samen, maar het is zeker geen verplichting. Iedereen is vrij om al dan niet mee te doen. Sommigen gaan ’s avonds nog sporten, anderen trekken zich terug op hun kamer met muziek of een goed boek. En ’s morgens moeten we ons geen zorgen maken over fileproblemen of treinen die niet rijden. Het is ongeveer een kwartiertje stappen van het hotel naar Justitia. Ideaal om je mentaal voor te bereiden op wat komen gaat op het proces.”
Als Volker en zijn collega’s na meerdere, uitgebreide security-checks en een korte wandeling door de gangen van Justitia het lokaal van slachtofferonthaal binnenwandelen, worden de taken verdeeld. “We spreken onderling af wie plaats zal nemen in de zittingzaal, wie gaat opzij zitten, wie neemt plaats bij de slachtoffers, wie blijft in de gangen, wie staat in voor de permanentie. We zorgen ervoor dat alle slachtoffers of nabestaanden ons altijd weten te vinden.”
En met succes blijkbaar. Volker merkt dat de justitieassistenten vaak worden aangesproken door de slachtoffers. “Met onze blauwe hesjes zijn we heel herkenbaar. En ondertussen hebben veel slachtoffers de weg naar het slachtofferlokaal gevonden. Voor sommigen is het echt een toevluchtsoord geworden, waar ze tijdens de pauzes terecht kunnen. In de gangen lopen ze de kans om beklaagden, die niet zijn aangehouden, tegen het lijf te lopen. Gelukkig kunnen we dat risico op deze manier beperken.”
Een slachtoffer beslist zelf om al dan niet op ons aanbod in te gaan. Die controle behouden is belangrijk in het verwerkingsproces.
Met welke vragen stappen de slachtoffers of nabestaanden naar de justitieassistenten toe? “We zijn er voor het beantwoorden van praktische vragen over verzekeringskwesties, burgerlijke partijstellingen, het statuut voor nationale solidariteit, de accreditaties enz. Maar slachtoffers of nabestaanden kunnen ook op ons rekenen om hun verhaal te doen, of om even stoom af te laten. Het is al een hobbelig parcours geweest en dat weegt op de slachtoffers. Niet iedereen wil ventileren bij ons, maar het feit dat het kan omdat wij daar rondlopen is echt wel een grote meerwaarde. Wat we nooit zullen doen, is ons opdringen aan slachtoffers. In het verwerkingsproces is het belangrijk dat zij de controle hebben. Zij beslissen zelf of ze al dan niet met ons in gesprek gaan. Wanneer we merken dat een slachtoffer geëmotioneerd de zitting verlaat, houden we die persoon uiteraard wel in de gaten. Dan bekijken we onderling wie die mens een glaasje water gaat aanbieden bijvoorbeeld. Vaak is dat al voldoende. Of we nemen die persoon even mee naar buiten voor frisse lucht, een korte wandeling, een praatje… Kleine gebaren die veel betekenen op zo’n moment.”
Het terreurproces is uniek in zijn omvang en raakt ons allemaal. De nationale en internationale pers is op sommige dagen massaal aanwezig. “Zeker die eerste weken was er veel persaandacht. En dat kan voor de betrokkenen echt wel intimiderend zijn. Vooral voor de slachtoffers die ervoor gekozen hebben om niet met de pers te praten. Als je dan langs een muur van camera’s en journalisten moet om de zittingzaal binnen te gaan, is dat niet evident. Om hen te helpen, begeleiden we deze mensen mee tot voorbij de pers als een soort buffer. Dat wordt erg gewaardeerd.”
Toen de beeld- en audiofragmenten van de aanslagen werden afgespeeld, kon je nadien een speld horen vallen in de zaal.
Slachtoffers bijstaan die op een proces moeten getuigen, is een belangrijke taak voor een justitieassistent slachtofferonthaal. Op het terreurproces werden ze door de voorzitter Laurence Massart bijna vervangen door Lucky, de troosthond. “Tja, dat is gelukkig rechtgezet. Dankzij onze dienst, die daar goed op heeft gereageerd, vind ik. Maar los daarvan heeft die hond al wel zijn nut bewezen. Lucky is getraind om stress te detecteren bij mensen. De aandacht van die hond zorgt soms wel even voor wat afleiding.”
De ene zittingsdag is de andere niet. Maar toen er beeld -en audiofragmenten van de aanslagen werden afgespeeld, kon je nadien een speld in de zaal horen vallen. “Dat heeft op iedereen grote indruk gemaakt, ja. Maar je krijgt ook propaganda te horen of te zien, filmpjes of geluidsfragmenten waarin de aanslagen worden verheerlijkt. Voor de slachtoffers komt dat binnen, maar ik vind dat er over het algemeen heel sereen gereageerd wordt.”
Maar wat als de beklaagden zelf voortdurend in een slachtofferrol kruipen? Of de procesgang proberen te vertragen? “Dat wekt heel uiteenlopende reacties en emoties op. Maar dan is het aan ons om te kaderen, wat kan en niet kan volgens de wet, wat de rechten van de verdediging zijn. Ook dat is een belangrijk aspect van ons dagelijks werk op het proces.”
Volker zal binnenkort aan zijn vierde procesweek beginnen. Hoe kijkt hij zelf terug op die eerste periode? “Het terreurproces is natuurlijk door zijn duur en omvang geen alledaags proces. Het is een soort van microkosmos waarin verschillende partijen en diensten samenwerken. In het begin was het nog wat zoeken, maar geleidelijk aan heeft iedereen zijn plek gevonden. En dat we als slachtofferonthaal echt mee het verschil maken voor de slachtoffers en nabestaanden op het proces, daar ben ik 100% van overtuigd. Sommigen zeggen ons letterlijk dat ze gerustgesteld zijn omdat wij er ook zijn. Ze weten dat we altijd klaar zullen staan als ze ons nodig hebben. Voor informatie, een gesprek of een informele babbel. En niet alleen de slachtoffers, ook andere diensten zoals de tolken weten ons ondertussen al goed te vinden.”
En waar kunnen de justitieassistenten naar toe als het hen even te veel wordt? “De week na onze dienst hebben we supervisie. Dat is echt wel nodig om alle gebeurtenissen en indrukken te plaatsen en verwerken. Aanvullend kunnen we steeds beroep doen op een coach om dieper in te gaan op zaken waar je mee zou worstelen.
Eén van de terreurslachtoffers die Volker opgevolgd heeft bij Slachtofferhulp heeft zich burgerlijke partij gesteld op het proces. “Als die naar de zitting komt, zal het best bijzonder zijn om hem terug te zien na al die tijd. Ik ben blij dat ik hem nu ook in mijn rol als justitieassistent slachtofferonthaal zal kunnen verder helpen.”