Achter de schermen bij Veilig Huis Limburg
Eén op de vier Vlamingen krijgt vroeg of laat in zijn leven te maken met familiaal geweld. Dat is schrikbarend veel. Daarom zet ons agentschap hard in op de aanpak van intrafamiliaal geweld. De Family Justice Centers (lees: Veilig Huizen) gaan al jaren voorop in de strijd. Dag in dag uit gaan ze in gesprek met slachtoffers en geweldplegers om het geweld in het gezin te doen stoppen. Ook in Limburg. Sonja Cebulski werkt als operationeel coördinator in het Veilig Huis Limburg, waar ik een dag achter de schermen mocht meelopen.
“Oh shit, ze zijn weer samen”
In de gutsende regen draai ik vloekend de parking van het Provinciehuis Hasselt op. Ik parkeer de wagen en ren gestresseerd naar de hoofdingang. Verdomde regenfiles zorgden voor flink wat vertraging onderweg. Sonja toont zich gelukkig een begripvolle, vergevingsgezinde gastvrouw. Niet veel later kan ik me opwarmen aan koffie en de wereldberoemde Limburgse vriendelijkheid. Een korte rondleiding langs de twee verdiepen waar het Veilig Huis gevestigd is, sla ik niet af. Terwijl we langs de burelen van het parket wandelen, legt Sonja uit dat een Veilig Huis in feite één grote netwerkorganisatie is. “Politie, parket en hulpverlening werken samen onder één dak om intrafamiliaal geweld (IFG) zo efficiënt mogelijk aan te pakken. Als het om risicovolle situaties gaat, wordt er informatie gedeeld en overleggen we samen over het beste plan van aanpak voor dat bepaald gezin.”
Voor mij is het, als ex-justitieassistent, de eerste keer dat ik een Veilig Huis van binnen zie. Wat opvalt is de rust, maar dat blijkt slechts schijn. “Vandaag zijn er veel overlegmomenten en cliëntbesprekingen gepland, maar kom anders morgen nog maar eens terug. Dan zijn onze casusregisseurs druk in de weer met cliëntgesprekken.”
Om te begrijpen wat zij juist doen, moet ik eerst begrijpen hoe gezinnen worden aangemeld bij het Veilig Huis Limburg. “In 99% van de gevallen krijgen we de aanmeldingen binnen via politie en parket. Op ons triageoverleg worden alle nieuwe aanmeldingen bekeken. Daar zit iemand vanuit politie, parket, een hulpverlener en een coördinator. Als er beslist wordt om een aanbod te doen, schieten onze casusregisseurs in actie. Zij bekijken of ze de cliënten, als koppel, samen zien of toch apart. Mocht het hele gezin langskomen dan hebben we familiekamers met een speelhoekje ter beschikking. Soms gebruiken we poppetjes (zie foto) om de verhoudingen binnen het gezin visueel te maken. We spenderen best veel tijd aan het bespreken van veiligheid en aan het uitzuiveren van hulpvragen. Maar ook bekijken we wat dit doet met kinderen, want geweld binnen het gezin heeft op hen een enorme impact. Hun thuis moet zo snel mogelijk weer een veilige plek worden waar ze zonder zorgen kunnen opgroeien.”
Binnen het Veilig Huis is er ook een team van intensieve casusregisseurs. “Zij gaan aan de slag met structureel onveilige gezinnen”, legt Sonja uit. “Dat zijn gezinnen waar er sprake is van meerdere problemen zoals een verslaving, een persoonlijkheidsproblematiek, criminaliteit enzovoort. Een intensieve casusregisseur houdt in zo’n traject overzicht over wie wat doet, wat goed of fout loopt en kan iedereen rond de tafel roepen om bij te sturen.”
Maar wat als het gezin de opvolging niet (meer) ziet zitten? “Ons aanbod is vrijwillig, maar niet geheel vrijblijvend“, aldus Sonja. “Dankzij de korte lijnen met politie en parket kunnen we kort op de bal spelen. Dreigt het geweld te escaleren, dan signaleren we dit bij hen. De veiligheid binnen het gezin primeert.”
Tot zover de theorie. Het team casusondersteuning heeft die ochtend dossierbesprekingen en Sonja zit de vergadering voor. “Hier kan iedereen dossiers die moeilijk lopen ter bespreking voorleggen”, vertelt ze. “Waar zit je vast, waar bots je op? De collega’s denken mee en reiken oplossingen aan.”
Vanaf het eerste dossier dat op tafel komt wordt het woord bij de daad gevoegd. Het gaat om een vechtscheiding waarbij zowel de vrouw, als de man psychische problemen hebben. In het verleden is er veel geweld geweest in het gezin. De casusregisseur heeft er ook nu een slecht gevoel bij en vraagt zich af welke stappen ze nog kan zetten. Na overleg wordt er unaniem besloten dat het hier om een verontrustende opvoedsituatie (VOS) gaat. Een lange, intensieve opvolging lijkt aangewezen voor dit gezin. Het dossier zal voorgelegd worden bij de expertentafel van het Veilig Huis Limburg (= experten van politie, parket, Vertrouwenscentrum Kindermishandeling, CAW, Agentschap Opgroeien, justitiehuizen, geestelijke gezondheidszorg en OCMW).
Gedurende drie uur passeren er nog een tiental gelijkaardige dossiers. De vraag die de casusregisseurs bijna allemaal stellen na hun uiteenzetting: wat kan ik nog meer betekenen in dit dossier? Soms is de conclusie: niets meer. Als het gezin al goed gebruik maakt van de hulpverlenende diensten. Of wanneer de pleger het gezin definitief heeft verlaten en het risico op herval dus gering blijkt. Soms is het antwoord genuanceerder. Wanneer een begeleider vertelt over een toxische relatie tussen een jonge man en een jonge vrouw. En hoe ze eigenlijk blij was toen ze hoorde dat het koppel definitief uit elkaar was gegaan. Al moest ‘definitief’ met een korreltje zout genomen worden. Want tijdens het afrondingsgesprek vertelden ze dat ze toch weer terug samen waren. Nog maar eens. “En dat gaat gegarandeerd opnieuw verkeerd lopen”, zucht de begeleider, “helaas willen ze het gewoon niet snappen. Ik weet dat de termijn is afgelopen, maar zou ze precies liefst nog wat opvolgen.” Wanneer het team uiteindelijk adviseert om nog maximaal één gesprek te hebben, gaat de begeleider akkoord.
Ik moet onbewust denken aan enkele daders van IFG die ik vroeger opvolgde in het justitiehuis, aan hun knipperlichtrelaties, aan het niet uitgelegd krijgen dat ze opnieuw in hun ongeluk zullen lopen. Loslaten, beseffen dat er grenzen zijn aan wat je kan betekenen voor iemand, misschien is het wel één van de moeilijkste onderdelen van ons begeleidingswerk.
De volgende besprekingen gaan over situaties van ouder- en kindermishandeling. Een drugsverslaafde zoon die thuis amok maakt, een dochter die fysiek geweld gebruikt tegen haar moeder, een moeder die haar zoon hardhandig aanpakt omdat hij zich meer vrouw dan man voelt. Telkens wordt voor iedere situatie, voor ieder gezinslid bekeken wat de beste ondersteuning zou zijn, de beste zorg en plan van aanpak om nieuw geweld te voorkomen. Telkens vraagt Sonja bij de afronding of de begeleider zich goed voelt bij het voorstel.
Sonja: “Ik vind het belangrijk om erover te waken dat iedereen zich comfortabel blijft voelen bij wat hij of zij doet en dat er aandacht is voor het welzijn van onze mensen. Het zijn bijna altijd erg complexe dossiers, dat kan je niet zomaar alleen dragen. Je hebt een klankbord nodig. Ofwel om bevestiging te krijgen dat je de situatie correct inschat, ofwel om tips en advies te krijgen zodat je verder kunt.”
Met enkele casusregisseurs praten we, op weg naar de lunch, nog even na. Dat de wekelijkse dossierbesprekingen een enorme meerwaarde zijn voor hen, dat IFG in alle lagen van de bevolking voorkomt en dat zwart/wit-denken niemand vooruithelpt. In IFG is het vaak heel duidelijk wie de geweldpleger is, maar in de realiteit is het ook dikwijls grijs. Wie is de geweldpleger en wie is het slachtoffer? Soms doen partners elkaar de duvel aan.
In de namiddag staat de expertentafel op het menu. Als er grote ongerustheid is over een mogelijke escalatie van geweld binnen een gezin kan hier bekeken worden welke dringende maatregelen nodig zijn. Normaal zou Sonja ook dit overleg leiden, maar de zoektocht naar een extra casusregisseur krijgt voorrang. “Recent is de politiezone Beringen/Ham/Tessenderlo een samenwerking gestart met ons Veilig Huis. Ik hoop één van hun maatschappelijk werkers warm te kunnen maken om de stap te zetten naar ons team.” Sonja vertelt trots dat 11 van de 14 politiezones nu al samenwerken rond IFG en met de overige 3 zijn de gesprekken lopende. “Het gaat snel. Bij de oprichting van het FJC in 2017 werkten we samen met 2 politiezones, sinds 2022 zijn er al 9 bijgekomen.”
Sabrina Reggers, strategisch coördinator, neemt de taak van Sonja over en leidt de expertentafel. De casusregisseur bespreekt enkele lopende trajecten. Ze schetst waarom ze zich zorgen maakt over de kinderen in het gezin en vraagt hoe ze best moet handelen. Iedere partner rond de tafel geeft input vanuit zijn eigen expertise. Wat opvalt is dat in ieder dossier de eerste bekommernis steeds is: de veiligheid van de kinderen. Hoe kan vermeden worden dat zij opnieuw getuige zouden moeten zijn van geweld tussen de ouders?
Wanneer ik op het einde van de dag met Sonja nog even samenzit en die kindreflex aanhaal, vindt zij dat niet meer als normaal. “Veel mensen die we begeleiden blijken als kind ook IFG te hebben meegemaakt. Willen we voorkomen dat geweld van generatie op generatie wordt doorgegeven, moeten we blijven inzetten op die kindreflex.”
Het Veilig Huis Limburg telt 42 medewerkers. Sonja en Sabrina nemen de coördinerende rollen op, maar voor zo’n groot Veilig Huis is dat niet evident. Sonja erkent dat ze handen te kort komt. En volgende week moet ze op een internationaal congres een Engelstalige presentatie geven. “Het zal weekendwerk worden,” zucht ze. En alsof dat nog niet genoeg is, beseft Sonja plots dat ze door alle drukte haar kinderen is vergeten aanmelden voor de naschoolse opvang vandaag. “Shit, straks heb ik zelf een VOS aan mijn been”, grinnikt ze.
Terwijl ik nagenietend van een bijzonder fijne kennismaking met één van onze Veilig Huizen naar de auto wandel, valt de regen nog steeds met bakken uit de lucht. Een schreeuwerig neonbord aan de gevel van een groot gebouw -aan de overkant van de drukke gewestweg- valt me nu pas op. Plopsa Indoor belooft in grote letters een onvergetelijk avontuur voor jong en oud. Wat is de waarde van entertainment? Hoe druk je de onschatbare waarde van een Veilig Huis uit? En waarom heeft Gertje een reality soap, maar écht boeiende mensen zoals Sonja niet? Daar ga ik in de regenfile eens rustig over nadenken.
(auteur: Luc Gadisseur)