De bovenlokale overheden en organisaties binnen het netwerk van de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden analyseren hun eigen werking en samenstelling. Ze brengen de sterktes en zwaktes van hun netwerkorganisatie in kaart om deze aan te passen in functie van een betere re-integratie van gedetineerden. Naast dit ‘governance’-verhaal zal ook worden onderzocht hoe de cliënt van het netwerk mee het beleid kan beïnvloeden (‘gebruikersperspectief’) en hoe we meer cijfergegevens over de hulp- en dienstverlening kunnen genereren in functie van beleidskeuzes (‘centrale dataverzamelingsstrategie’).

Wat is er nodig voor gedetineerden om bij vrijlating op een duurzame(re) manier te re-integreren? Welke ondersteuning moeten we bieden? Hoe helpen we met de drempels die ze tegenkomen in de samenleving? Hoe kunnen we dit vertalen naar het aanbod binnen de muren? Een onderdeel van dit project is OTiS: buddy’s ondersteunen gedetineerden bij vrij gaan, waar nodig komen hulpverleners in actie.

Uit de analysefase kwam duidelijk een nood aan het versterken van communicatie en samenwerking naar boven. We koppelen beiden aan mekaar, namelijk door een experiment rond (digitale) communicatie en taaltoegankelijkheid. Zo willen we komen tot een geoptimaliseerd samenwerkingsmodel in functie van een betere dienstverlening.

Het detentiehuis Kortrijk is het eerste detentiehuis in België. HDG en DG EPI zetten samen hun schouders onder dit nieuw concept, met de noden van de bewoners als kompas. Op individueel casusniveau experimenteren we met outreachende generalistische trajectbegeleiding en dit vanuit diverse (nieuwe) partners. We installeren een casusregisseur die de “compagnon de route” is voor de cliënt.

De re-integratie mislukt in 62% van de gevallen met alle gevolgen van dien. Daarom gaat het project Radar een frontoffice en een backoffice opstarten om al kort na opsluiting een passend traject voor de gedetineerde uit te stippelen, in nauwe samenwerking met de verschillende diensten, de bewaking en de gedetineerden zelf.

De (werk)context binnen de muren verschilt sterk van die buiten en sluit niet aan bij een job buiten. Er wordt te weinig gewerkt rond arbeidsattitudes en/of soft skils en gedetineerden worden te weinig voorbereid naar activering buiten de muren. Beide experimenten proberen aan deze lacune tegemoet te komen.

PI Oudenaarde brengt een maatwerkbedrijf binnen in de gevangenis. PI Mechelen werkt in samenwerking met een casemanager, de gedetineerde en de netwerkpartners aan een competentiedossier waar de gedetineerde zowel binnen als buiten de muren mee aan de slag kunnen.

Het netwerk hulp- en dienstverlening krijgt te maken met steeds complexere dossiers en een hoge caseload. Dit experiment wil hen hierin ondersteunen door supervisies aan te bieden, die als doel hebben om methodieken en processen te ontwikkelen op vlak van drie pijlers die als prioritair gedefinieerd werden in de onderzoeksfase:

1. Casemanagement
2. Multidisciplinair overleg
3. Informatie-uitwisseling in de vorm van een gedeeld dossier

In de Kempen vinden we vier penitentiaire inrichtingen terug op een boogscheut van elkaar verwijderd. De samenwerkingspartners worden in de Kempen op verschillende fronten uitgedaagd.

We stellen ons dan ook de vraag of ons huidige netwerk en overlegmodel nog geschikt is voor onze regio, en willen onderzoeken of het aangewezen is om op een andere manier aan beleidsplanning te doen.