Vooral vragen bestuurszaken voor Steunpunt Taalwetwijzer
Net als de afgelopen jaren gaan de meeste vragen bij het Steunpunt Taalwetwijzer over het taalgebruik in bestuurszaken. Uit Brussel-Hoofdstad komen meer vragen. Dat blijkt uit het nieuwe activiteitenverslag van het steunpunt van het werkjaar 2023-2024.
Het Steunpunt Taalwetwijzer stelde in het afgelopen werkjaar opnieuw vast dat de meeste vragen zich voordoen in het Nederlandse taalgebied. Het aantal vragen uit Brussel-Hoofdstad is het afgelopen werkjaar wel opmerkelijk toegenomen tot 18,4% van het totaal aantal vragen.
Het is logisch dat het merendeel van de vragen over het taalgebruik in bestuurszaken gaat, omdat veel lokale en Vlaamse overheidsinstanties vragen stellen aan het Steunpunt Taalwetwijzer. Burgers, bedrijven en onderwijsinstellingen kunnen ook bij het Steunpunt Taalwetwijzer terecht met vragen over de taalwetgeving. Particulieren stelden het merendeel van het totaal aantal vragen. Burgers blijven dus hun weg vinden naar het Steunpunt Taalwetwijzer.
Het jaarverslag gaat in op het takenpakket van het Steunpunt Taalwetwijzer en verschaft inzicht in de belangrijkste thema’s van de taalwetgeving waarbinnen de activiteiten kaderen. Het jaarverslag is gepubliceerd op de website van het Steunpunt Taalwetwijzer.