Het Plantenpaleis dat in 1950 gebouwd werd, biedt onderdak aan 10.000 tropische en subtropische planten. In 2015 ging de renovatie van start. Via een sierlijke stalen luifel kom je nu binnen in de strakke inkomhal aan de noordelijke gevel. Binnen werden het sanitair en de kleedkamers voor het personeel vernieuwd.

Het nieuwe serrecomplex ‘De Groene Ark’ zal verschillende ecologisch gegroepeerde plantensoorten huisvesten. Ook zullen er planten gekweekt worden voor onderzoek. Bezoekers kunnen de serres bewonderen in het paviljoen te midden van het kassencomplex. Na renovatie krijgt het aangrenzende dienstgebouw verschillende functies: kantoren, een zadenbank, rust- en sanitaire ruimtes voor de tuiniers en opslagruimte.

Hiertoe worden eerst de bestaande serres afgebroken, de nodige infrastructuur-, riolerings- en omgevingswerken verricht, nutsleidingen geïnstalleerd. Ook de omgeving wordt aangelegd. Na de ruwbouw van de serre en het paviljoen wordt de serreconstructie geplaatst. Ook de scherm-, verwarmings-, water- en elektriciteitsinstallaties krijgen hun plaats. De serre wordt ingericht met vloeren en paden, waterbakken, tafels en werktafels, stekneveltenten.

Een groot pijnpunt voor de Plantentuin is de huidige bezoekersontvangst. Een nieuwe onthaalinfrastructuur biedt een waardig toekomen voor de bezoekers. Het onthaal wordt het visitekaartje van de plantentuin, waarbij hedendaagse architectuur de toegangspoort vormt voor een eeuwenoud domein vol unieke plantenbelevingen.

Zo wordt de hoofdtoegang aan de Nieuwelaan vernieuwd. Een nieuw onthaalgebouw, de renovatie van de Vlaamse Hoeve en het grote onthaalplein zorgen voor een uitnodigend gebaar. Een beo-veld zal de gebouwen op een duurzame manier verwarmen.

Er komt bovendien een nieuw onthaalgebouw met conciërgewoning langs zijde Meise, ontworpen op schaal van het dorp.

De Eredreef, de eeuwenoude kasseiweg die de hoofdinkom verbindt met het Kasteel van Bouchout, wordt heraangelegd.