Naar een productiviteitsagenda voor Vlaanderen
Productiviteitsgroei is nodig om meer evenwicht te brengen in de vraag naar werknemers en vaardigheden enerzijds en het aanbod aan werkkrachten anderzijds. Hefbomen voor productiviteitsgroei in Vlaanderen situeren zich binnen 4 domeinen: sectoren, profielen, levenslang leren en faciliteren van werk.
Aanleiding van het onderzoek: grote uitdagingen op de arbeidsmarkt
De arbeidsmarkt in Vlaanderen staat voor grote uitdagingen. Het aantal personen op beroepsactieve leeftijd neemt af en tegelijk neemt de vraag naar werkkrachten in diverse sectoren toe. Daarnaast wordt Vlaanderen geconfronteerd met een kwalitatieve mismatch op de arbeidsmarkt. Er is vooral vraag naar technische profielen, maar ook in de zorgsector en in het onderwijs krijgt men de vacatures niet ingevuld.
Om het onevenwicht tussen vraag en aanbod te overbruggen, kunnen gerichte strategieën ingezet worden. Eén van die strategieën bestaat uit het stimuleren van de productiviteitsgroei: het verhogen van de toegevoegde waarde die een werknemer kan genereren door een efficiënter beheer van de beschikbare schaarse middelen. De productiviteitsgroei is essentieel om socio-economische welvaart te creëren. De laatste decennia daalde de productiviteitsgroei in de meeste landen. Ook in België daalt de productiviteitsgroei al jaren en situeert die zich systematisch onder het OESO-gemiddelde.
Focus: hefbomen om de productiviteit te verhogen
In deze studie werd onderzocht welke hefbomen de productiviteit zouden kunnen verhogen op regionaal-, sectoraal- en bedrijfsniveau. Om deze hefbomen in de praktijk te brengen, werd vervolgens nagegaan welke acties en engagementen nodig zijn op de verschillende analyseniveaus om de implementatie hiervan te faciliteren. Zowel buitenlandse goede praktijken als eventuele valkuilen werden in kaart gebracht.
Het onderzoek omvat een kwantitatief en een kwalitatief luik. De kwantitatieve analyse op basis van private bedrijfsgegevens (exclusief de publieke sector) bracht de absolute en relatieve arbeidsproductiviteit in kaart op regionaal en sectoraal niveau. Vervolgens werden die gegevens op basis van kwalitatief onderzoek (literatuurstudie, interviews, goede praktijken, …) vertaald naar concrete productiviteitsverhogende beleidsaanbevelingen.
Resultaten: jaarlijks gemiddeld 2,4% productiviteitsgroei in Vlaanderen
Het kwantitatieve luik hanteert een innovatieve manier om arbeidsproductiviteit te berekenen. Waar eerdere publicaties voornamelijk gebruik maken van bruto binnenlands product per gewerkt uur of toegevoegde waarde per werknemer, wordt in deze studie toevoegde waarde per gewerkt uur gehanteerd. Deze maatstaf is relevanter om de evolutie van productiviteitsgroei te bestuderen. Dit levert volgende belangrijke resultaten op:
- Met een gemiddelde productiviteitsgroei van 2,4% (2003-2018) doet Vlaanderen het beter dan het gemiddelde van 13 Europese mature economieën, waaronder Duitsland, Nederland en Spanje (2,2%), maar minder goed dan het EU-27 gemiddelde (2,6%). In absolute cijfers blijft Vlaanderen bij de Europese koplopers. Daarmee doet Vlaanderen het relatief goed en beter dan vaak wordt voorgesteld in analyses die gebruik maken van andere maatstaven.
- Maar de productiviteitsgroei blijft onder druk staan in zowel Vlaanderen als in Europa. In Vlaanderen nam de productiviteitsgroei gestaag af, ongeacht de gebruikte maatstaf. Verder neemt de productiviteitsgroei in Vlaanderen sneller af dan het EU-13 gemiddelde.
- Er zijn grote verschillen tussen sectoren onderling. Over alle sectoren heen bedroeg de groei over de volledige periode (2003-2019) 46%. De best presterende sectoren laten een groei optekenen van 130%. Bij andere sectoren bedraagt de groei over de gehele onderzochte periode slechts 12%.
- Over de periode 2003-2019 werkten de Belgische loontrekkenden gemiddeld 2% minder (uitgedrukt in uren) per jaar. De assumptie is dat dit ook voor Vlaanderen opgaat. Dit verklaart de discrepantie tussen de productiviteit uitgedrukt per gewerkt uur of per werknemer.
Hefbomen voor productiviteitsgroei
Op basis van de combinatie van bovenstaande resultaten met bestaande inzichten over de arbeidsmarkt en buitenlandse goede praktijken, kunnen vier clusters met hefbomen geformuleerd worden om tot productiviteitsgroei te komen.
- Focus op sectoren
- Sectorale kennis verzamelen en dissemineren
- Bedrijfsleiders stimuleren om hun bedrijfsorganisatie en -voering te optimaliseren
- Selectieve en gerichte arbeidsmigratie versterken
- Productiviteit centraal stellen via productiviteitschallenges: een online platform voor het uitwisselen en verzamelen van innovatieve ideeën die de productiviteit kunnen verhogen in een bepaalde sector
- Focus op profielen
- Verworven en toekomstige benodigde competenties meer in kaart brengen
- Het opleidingsaanbod centraliseren en coördineren
- Duaal lesgeven uitbreiden met focus op transversale competenties
- Levenslang leren
- Lerende netwerken van bedrijven opzetten
- Werknemers fiscaal motiveren om een opleiding te volgen
- Faciliteren van werk
- De nodige middelen en maatregelen aanreiken zodat werknemers die dat wensen, meer kunnen werken.
Raadpleeg het rapport
Denkwerk: arbeidsproductiviteit
Bekijk de Denkwerksessie over arbeidsproductiviteit.