Wet voor toegankelijkheid van de websites en mobiele applicaties van overheidsinstanties
De wet voor toegankelijkheid van de websites en mobiele applicaties van overheidsinstanties zet de bepalingen van de Europese richtlijn 2016/2102 inzake de toegankelijkheid van de websites en mobiele applicaties van de overheidsinstanties om in Belgisch recht. Het doel is de overheidsinstanties te verplichten de noodzakelijke maatregelen te nemen om hun websites en mobiele applicaties toegankelijk te maken.
Concreet betekent dit dat de websites en apps van staats-, regionale en lokale overheidsinstanties en publiekrechtelijke instellingen:
- voldoen aan de eisen van de Europese norm EN 301 549(PDF bestand opent in nieuw venster) of delen daarvan
- een toegankelijkheidsverklaring hebben met informatie over hoe de bezoeker een toegankelijkheidsprobleem kan melden en een link naar de instantie die kan optreden als de overheidsinstantie niet (voldoende) reageert.
Uitzonderingen en vrijstellingen vind je terug in de officiële wettekst van de wet inzake toegankelijkheid van de websites en mobiele applicaties van overheidsinstanties(opent in nieuw venster).
Hoofdstuk 1 Algemene bepaling
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.
Hoofdstuk 2 Onderwerp, toepassingsgebied en definities van de wet
Art. 2. Deze wet zet de bepalingen om van Richtlijn (EU) 2016/2102 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 inzake de toegankelijkheid van de websites en mobiele applicaties van overheidsinstanties.
Art. 3. Voor de toepassing van deze wet en de uitvoeringsbesluiten ervan wordt verstaan onder:
- “overheidsinstantie”: elke federale overheidsdienst, elke federale programmatorische overheidsdienst, de federale politie, het Ministerie van Landsverdediging, de autonome overheidsbedrijven als bedoeld in artikel 1, § 4 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven en elke instantie of elke dienst, al dan niet met rechtspersoonlijkheid, die van de federale overheid afhangt;
- “mobiele applicatie”: toepassingssoftware die is ontworpen en ontwikkeld door of voor rekening van overheidsinstanties met het oog op gebruik door het algemene publiek op mobiele toestellen zoals smartphones en tablets. Zij omvat niet de besturingssoftware van die toestellen (mobiele besturingssystemen) noch de hardware;
- “norm”: een norm zoals bedoeld in artikel 2, punt 1), van Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende Europese normalisatie, tot wijziging van de Richtlijnen 89/686/EEG en 93/15/EEG van de Raad alsmede de Richtlijnen 94/9/EG, 94/25/EG, 95/16/EG, 97/23/EG, 98/34/EG, 2004/22/EG, 2007/23/EG, 2009/23/EG en 2009/105/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Beschikking 87/95/EEG van de Raad en Besluit nr. 1673/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad (hierna: Verordening (EU) nr. 1025/2012);
- “Europese norm”: een Europese norm zoals bedoeld in artikel 2, punt 1), onder b), van Verordening (EU) nr. 1025/2012;
- “geharmoniseerde norm”: een geharmoniseerde norm zoals bedoeld in artikel 2, punt 1), onder c), van Verordening (EU) nr. 1025/2012;
- “op tijd gebaseerde media”: media van de volgende types: louter geluid, louter videobeeld, audio-video, audio en/of video in combinatie met interactieve componenten;
- “stukken uit erfgoedcollecties”: in particulier of openbaar bezit zijnde goederen die van historisch, artistiek, archeologisch, esthetisch, wetenschappelijk of technisch belang zijn en deel uitmaken van verzamelingen die worden bewaard door culturele instellingen zoals bibliotheken, archieven en musea;
- “meetgegevens”: de gekwantificeerde resultaten van de toezicht activiteit die wordt verricht om na te gaan of de websites en mobiele applicaties van overheidsinstanties de in artikel 5 bedoelde toegankelijkheidseisen naleven. Zij behelzen zowel kwantitatieve informatie over de steekproef van geteste websites en mobiele applicaties (aantal websites en applicaties, eventueel met het aantal bezoekers of gebruikers daarvan enz.) als kwantitatieve informatie over de mate van toegankelijkheid;
- “toegankelijkheid”: het geheel van principes en technieken die in acht moeten worden genomen bij het ontwerpen, bouwen, beheren en bijwerken van websites en mobiele applicaties om hen voor gebruikers toegankelijker te maken, met name voor personen met een beperking.
Art. 4. § 1. Deze wet is niet van toepassing op de volgende websites en mobiele applicaties:
- websites en mobiele applicaties van publieke omroepen of hun dochterondernemingen en van andere lichamen of hun dochterondernemingen die een publieke omroeptaak vervullen;
- websites en mobiele applicaties van niet-gouvernementele organisaties die geen diensten verstrekken die essentieel zijn voor het publiek, noch diensten die specifiek gericht zijn op de behoeften van, of bedoeld zijn voor, personen met een beperking.
§ 2. Deze wet is niet van toepassing op de volgende inhoud van websites en mobiele applicaties:
- kantoorbestandsformaten die zijn gepubliceerd vóór 23 september 2018, tenzij dergelijke inhoud nodig is voor actieve administratieve processen met betrekking tot de door de betrokken overheidsinstantie vervulde taken;
- vooraf opgenomen, op tijd gebaseerde media die zijn gepubliceerd vóór 23 september 2020;
- live uitgezonden, op tijd gebaseerde media;
- onlinekaarten en -karteringsdiensten, voor zover essentiële informatie op een toegankelijke, digitale wijze wordt verstrekt in het geval van voor navigatie bestemde kaarten;
- van derden afkomstige inhoud die niet door de betrokken overheidsinstantie wordt gefinancierd of ontwikkeld en evenmin onder haar gezag staat;
- reproducties van stukken uit erfgoedcollecties die niet volledig toegankelijk kunnen worden gemaakt omwille van:
- de onverenigbaarheid van de toegankelijkheidseisen met de bewaring van het betrokken stuk of de authenticiteit van de reproductie (bijvoorbeeld contrast), dan wel
- het ontbreken van geautomatiseerde en kostenefficiënte oplossingen waarmee de tekst van manuscripten of andere stukken uit erfgoedcollecties gemakkelijk zou kunnen worden geëxtraheerd en omgezet naar inhoud die met de toegankelijkheidseisen strookt;
- inhoud van extra- en intranetten, te weten websites die enkel beschikbaar zijn voor een beperkt aantal personen, en niet voor het algemene publiek als zodanig, die is gepubliceerd vóór 23 september 2019, tot dergelijke websites een ingrijpende herziening ondergaan;
- inhoud van websites en mobiele applicaties die als archieven kunnen worden aangemerkt, wat betekent dat zij enkel inhoud bevatten die niet noodzakelijk is voor actieve administratieve processen en die niet wordt bijgewerkt of aangepast na 23 september 2019.
Hoofdstuk 3 Toegankelijkheid, uitzonderingen, toegankelijkheidsverklaring en toezicht
Art. 5. § 1. Overheidsinstanties nemen de noodzakelijke maatregelen om hun websites en mobiele applicaties toegankelijker te maken, overeenkomstig de bepalingen van deze wet, door ze waarneembaar, bedienbaar, begrijpelijk en robuust te maken.
§ 2. De inhoud van websites en mobiele applicaties die voldoet aan geharmoniseerde normen of aan de toepasselijke delen daarvan, waarvan de referenties overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1025/2012 door de Commissie bekendgemaakt zijn in het Publicatieblad van de Europese Unie, wordt vermoed conform te zijn met de in paragraaf 1 bedoelde toegankelijkheidseis en die door die norm of delen daarvan worden gedekt.
§ 3. Indien geen referenties van de in paragraaf 2 bedoelde geharmoniseerde normen bekendgemaakt zijn, gelden de volgende regels.
De inhoud van mobiele applicaties die conform is met de technische specificaties, zoals vastgelegd bij uitvoeringsbesluit van de Europese Commissie, of met delen daarvan, wordt verondersteld conform te zijn met de in paragraaf 1 omschreven toegankelijkheidseisen die door die technische specificaties of delen daarvan worden gedekt.
De inhoud van websites die voldoet aan de desbetreffende eisen van Europese norm EN 301 549 V1.1.2 (2015-04), of delen daarvan, zoals in voorkomend geval bijgewerkt of vervangen bij een gedelegeerde handeling van de Europese Commissie, wordt verondersteld conform te zijn met de in paragraaf 1 omschreven toegankelijkheidseisen die door de desbetreffende eisen of delen daarvan worden gedekt.
Bij ontstentenis van de in het tweede lid bedoelde technische specificaties, wordt de inhoud van mobiele applicaties die voldoet aan de desbetreffende eisen van Europese norm EN 301 549 V1.1.2 (2015-04), of delen daarvan, zoals in voorkomend geval bijgewerkt of vervangen bij een gedelegeerde handeling van de Europese Commissie, verondersteld conform te zijn met de in paragraaf 1 omschreven toegankelijkheidseisen die door de desbetreffende eisen of delen daarvan worden gedekt.
Art. 6. Overheidsinstanties mogen afzien van de naleving van de in artikel 5 bedoelde toegankelijkheidseisen voor zover de maatregelen om eraan te voldoen een onevenredige last met zich meebrengen voor de overheidsinstanties, rekening houdend met:
- de omvang, de middelen en de aard van de betrokken overheidsinstantie, en
- de geraamde kosten en baten voor de betrokken overheidsinstantie in verhouding tot de geraamde voordelen voor personen met een beperking, rekening houdend met de frequentie en de duur van het gebruik van de specifieke website of mobiele applicatie.
De betrokken overheidsinstantie voert de initiële beoordeling uit van de mate waarin naleving van de in artikel 5 omschreven toegankelijkheidseisen een onevenredige last met zich meebrengt.
Indien een overheidsinstantie gebruik maakt van deze uitzondering, legt zij in de in artikel 7 bedoelde verklaring uit aan welke delen van de toegankelijkheidseisen niet kon worden voldaan en de redenen daarvoor, en voorziet zij in voorkomend geval in toegankelijke alternatieven.
Art. 7. § 1. De overheidsinstanties verstrekken een gedetailleerde, alomvattende en duidelijke toegankelijkheidsverklaring over de conformiteit van hun websites en mobiele applicaties met deze wet, en werken die verklaring regelmatig bij. Zij voorzien eveneens voor elke website en mobiele applicatie in een feedbackmechanisme dat elke persoon in staat stelt bij de betrokken overheidsinstantie melding te maken van eventuele niet-naleving op haar website of mobiele applicatie van de in artikel 5 bedoelde toegankelijkheidseisen, en om uitgesloten informatie op te vragen. De overheidsinstanties geven binnen een redelijke termijn een adequaat antwoord op de melding of het verzoek, en communiceren via het feedbackmechanisme hoe lang deze termijn maximaal kan bedragen.
§ 2. Voor websites wordt de toegankelijkheidsverklaring verstrekt in een toegankelijk formaat, waarbij gebruik wordt gemaakt van de in Richtlijn (EU) 2016/2102 bedoelde modeltoegankelijkheidsverklaring, en wordt zij op de desbetreffende website gepubliceerd.
Voor mobiele applicaties wordt de toegankelijkheidsverklaring verstrekt in een toegankelijk formaat, waarbij gebruik wordt gemaakt van de in Richtlijn (EU) 2016/2102 bedoelde modeltoegankelijkheidsverklaring, en is zij beschikbaar op de website van de overheidsinstantie die de betrokken mobiele applicatie heeft ontwikkeld, of samen met andere informatie die bij het downloaden van de applicatie beschikbaar is.
De verklaring omvat de volgende elementen:
- een toelichting over de delen van de inhoud die niet toegankelijk zijn, de redenen daarvoor, en in voorkomend geval, de toegankelijke alternatieven waarin is voorzien;
- een beschrijving van, en een link naar, het in paragraaf 1 bedoelde feedbackmechanisme; en
- een link naar een handhavingsprocedure zoals beschreven in artikel 8, die kan worden toegepast in geval van een onbevredigend antwoord op de melding of het verzoek.
Art. 8. § 1. De Koning duidt de instantie aan die periodiek toezicht houdt op de mate waarin websites en mobiele applicaties van overheidsinstanties voldoen aan de in artikel 5 bedoelde toegankelijkheidseisen, op basis van de toezichtmethodiek vastgesteld volgens artikel 8, tweede lid van de Richtlijn (EU) 2016/210.
§ 2. De instantie bedoeld in het eerste lid dient conform artikel 8, vierde tot zesde lid van de Richtlijn (EU) 2016/2102 op 23 december 2021 en daarna om de drie jaar, bij de Commissie een verslag in over de resultaten van dat toezicht, met inbegrip van de meetgegevens.
§ 3. De instantie bedoeld in het eerste lid zorgt voor een adequate en doeltreffende handhavingsprocedure conform artikel 9 van de Richtlijn (EU) 2016/2102. Zij maakt een reglement dienaangaande bekend via haar website.
§ 4. De instantie bedoeld in het eerste lid neemt maatregelen ter bevordering van de toepassing van de in artikel 5 omschreven toegankelijkheidseisen op andere types websites en mobiele applicaties dan de in artikel 1, tweede lid van Richtlijn (EU) 2016/2102, bedoelde, en met name op websites of mobiele applicaties die onder bestaande nationale wetgeving inzake toegankelijkheid vallen.
§ 5. De instantie bedoeld in het eerste lid promoot en faciliteert opleidingsprogramma’s in verband met de toegankelijkheid van websites en mobiele applicaties, ten behoeve van relevante belanghebbenden, waaronder het personeel van overheidsinstanties, die ontworpen zijn om hen op te leiden om de toegankelijke inhoud van websites en mobiele applicaties te maken, te beheren en bij te werken.
§ 6. De instantie bedoeld in het eerste lid neemt de nodige sensibiliseringsmaatregelen betreffende de in artikel 5 omschreven toegankelijkheidseisen, over de voordelen daarvan voor gebruikers en eigenaren van websites en mobiele applicaties, en over de mogelijkheid tot het geven van feedback in geval van niet-naleving van de voorschriften van deze wet.
Hoofdstuk 4 Inwerkingtreding
Art. 9. De bepalingen van deze wet treden in werking op 23 september 2018.
De overheidsinstanties passen de bepalingen van deze wet toe uiterlijk op 23 september 2019 voor wat betreft de websites van overheidsinstanties die niet voor 23 september 2018 gepubliceerd worden.
De overheidsinstanties passen de bepalingen van deze wet toe uiterlijk op 23 september 2020 voor wat betreft de websites van overheidsinstanties die voor 23 september 2018 gepubliceerd worden.
De overheidsinstanties passen de bepalingen van deze wet toe uiterlijk op 23 juni 2021 voor wat betreft de mobiele applicaties van overheidsinstanties.