Wat is het?
Op basis van 6 trends en ontwikkelingen komen deelnemers tot 120 ideeën waaruit drie uitgewerkte projecten geselecteerd worden, waarmee aan de slag wordt gegaan. Deze brainstormmethode helpt om snel tot nieuwe ideeën en projecten te komen en om hierop in te spelen.
Wanneer gebruiken?
Deze methode is geschikt:
- om nieuwe ideeën te sprokkelen.
- om draagvlak te vergroten i.v.m. beslissingen op voorwaarde dat er aan de weerstand iets wordt gedaan.
- om op een actieve wijze veel mensen bij een vergadering te betrekken.
- om advies te vragen over beslissingen en maatregelen. Deze methode kan ook gebruikt worden om (eventuele) weerstand op voorhand te counteren.
Hoe werkt het?
- Stap 1
Voorbereiding/start
- Bepaal centrale vraagstelling: zoek een duidelijke vraag die het onderwerp uitmaakt van de sessie. Maak de vraag actiegericht, ambitieus en open. Ga zo breed mogelijk, dat laat veel ideeën toe.
- Bepaal trends: Kies vijf trends om in het midden van het GPS-bord te leggen. Zij dienen als inspiratie voor nieuwe ideeën, maak deze trends niet te gedetailleerd.
- Stap 2
Stap 2
Duidelijk aanwezig in lokaal op groot blad/bord :
- “rode ideeën” - korte termijn: snel realiseerbaar
- “gele ideeën” - lange termijn: haalbaarheid
Dit bord kan u ontlenen bij Agentschap voor Overheidspersoneel.
- De deelnemers nemen, in duo, plaats rond het bord.
- Elk duo zet zich aan één veld van het bord. Zet nooit iemand alleen aan een veld, ook al is het aantal oneven. Maak dan een trio in plaats van een duo.
- Als u met minder dan 12 bent, dan bezet u niet het volledige bord. Toch raden we u aan om ook in dat geval met 5 trends en een vrij veld te werken. Dat levert immers meer kansen op goede ideeën. Er zal dan een duo zijn dat twee keer voor een leeg veld moet beginnen.
- Stap 3
Ronde 1: Genereren van ideeën
Geschatte tijd: 40 à 70 minuten
- Elk duo genereert ideeën, voor de trend waar ze aan zitten, die aan de centrale vraagstelling voldoen.
- Draai om de +/- 10 minuten aan het bord, zodat elk duo voor een nieuwe trend komt te zitten.
- Wanneer elke duo terug aan zijn start-trend zit, maken ze een verdeling van hun ideeën op korte en lange termijn. Groepeer post-its met gelijkaardige ideeën.
- Stap 4
Ronde 2: Selecteren van ideeën
Geschatte tijd: 30 minuten
- Elk duo krijgt 8 rode stickers en 8 gele om te stemmen. Indien er meer dan 120 ideeën krijgt elke duo 10 stickers van elke kleur.
- De rode stickers dienen voor creatieve ideeën die realiseerbaar zijn op korte termijn.
- De gele stickers dienen voor creatieve ideeën realiseerbaar op langere termijn
- Deze stickers kleven de duo’s bij die ideeën die ze fantastisch vinden, ideeën die ze echt zouden willen realiseren. De stemmen moeten verdeeld worden over alle ideeën die op het bord liggen. Elk duo kan maximaal 2 stickers op 1 idee kleven. Alle stickers moeten op!
- Tip: probeer het tempo er in te houden, als mensen snel en spontaan kiezen, dan kiezen ze voor de meest originele, out-of-the-box ideeën. Wie te lang blijft twijfelen, vervalt vaak in klassieke denkpatronen.
- Tellen van de stemmen (20 minuten)
- Noteer de ideeën met drie of meer stemmen. Schrijf deze ideeën op de flipchart: rode ideeën (korte termijn) in de linkerkolom en gele ideeën (lange termijn) in de rechterkolom.
- Noteer minimaal 12 ideeën - maximaal 20 ideeën.
- Als alle ideeën op de flipchart staan kan ieder duo een ‘joker’ inzetten: een idee dat zeker gekozen zou moeten worden, maar nog niet op de flipchart staat.
- Nummer alle ideeën. Vraag elke deelnemer om uit de uiteindelijke lijst een top-3 ideeën voor zichzelf te noteren. Zet telkens een streepje bij de ideeën waarop deelnemers stemmen om de score bij te houden.
- Elk duo krijgt 8 rode stickers en 8 gele om te stemmen. Indien er meer dan 120 ideeën krijgt elke duo 10 stickers van elke kleur.
- Stap 5
Ronde 3: Uitwerken van ideeën
Geschatte tijd: 30 à 45 minuten
In deze ronde werken de deelnemers voor elk van de topideeën een projectfiche uit.
- Verdeel de topideeën onder de groep (3 à 4 groepjes afhankelijk van het aantal ideeën en het aantal deelnemers).
- Als er meerdere ideeën zijn met veel stemmen kan men uiteraard meer dan drie ideeën uitwerken.
- Geef elke groep een projectfiche voor het uitwerken van de ideeën. Op de projectfiche vat elke groep de essentiële elementen van zijn idee samen.
- Titel van het idee
- Definitie van het idee: een korte beschrijving van wat het idee inhoudt in enkele zinnen.
- Voordelen: wat kan meer, beter, sneller, goedkoper met dit idee?
- Nadelen, valkuilen en belemmeringen: mogelijke risico’s (technisch, organisatorisch …) die kunnen optreden bij het idee.
- Oplossingen: hoe kunnen belemmeringen opgelost worden of kan er geanticipeerd worden op de valkuilen?
- Impact: wat moet er veranderen om het idee te realiseren?
- Nodige partijen: met wie moeten we samenwerken om het idee te realiseren?
- Geef elke groep een groot blad papier waarmee het idee gepresenteerd kan worden.
Aandachtspunten bij gebruik
Op de website van Flanders DC (opent in nieuw venster)kan u een uitgebreide handleiding, een projectfiche, sjabloon voor het verslag en een inleidende presentatie om de deelnemers warm te maken terugvinden.
Hou de timing in het oog.
Praktisch
- Groepsgrootte: 12 tot 15 deelnemers
- Kostprijs: geen
- Materiaal:
- verschillende kleuren stickers en papier
- materialenset (te huur bij Agentschap voor Overheidspersoneel(opent in uw e-mail applicatie))
- Duurtijd: minimaal een halve dag