Hoge zonneactiviteit en impact op RTK
Momenteel is het mogelijk dat RTK-gebruikers soms verminderde nauwkeurigheid ervaren en dat het langer duurt om een RTK fix oplossing te verkrijgen, dit door de huidige hoge zonneactiviteit. Dit fenomeen is inherent aan GNSS-technologie: dit geldt bij gebruik van alle satellietconstellaties, voor alle type GNSS-ontvangers en RTK-netwerken.
Zonnecyclus
Signalen van navigatiesatellieten gaan door verschillende lagen van de atmosfeer voor ze de GNSS-ontvanger bereiken. Eén van die lagen is de ionosfeer, de geladen buitenste schil van de atmosfeer. Zonneactiviteit kan verstoringen van de ionosfeer veroorzaken, deze verstoringen kunnen op hun beurt impact hebben op GNSS-signalen. De zonneactiviteit heeft een cyclus van 11 jaar, met een piek die 3 tot 4 jaar kan duren.
Op dit moment bevinden we ons in zonnecyclus 25, en gaat de zonneactiviteit in stijgende lijn, met de piek verwacht tussen januari en oktober 2024. De huidige activiteit overstijgt al de voorspelde waardes (zie Figuur 1):
Verstoringen GNSS signalen
Op momenten van hoge zonneactiviteit kan de verstoring van een GNSS-signaal omwille van de doorgang door de ionosfeer hoog oplopen. Men dient dus rekening te houden met turbulenties en ionosferische storingen. De zonneactiviteit is voor Vlaanderen maximaal tijdens de herfst- en wintermaanden, en dit vooral rond de middag. Gebruikers kunnen hierdoor langere fixtijden en verminderde nauwkeurigheid ondervinden. Dit zal de komende jaren ook nog waargenomen worden en mogelijks nog toenemen, tot de piek van de zonnecyclus volledig voorbij is.
Indicatoren zonneactiviteit
Op de FLEPOS webtoepassing kan de I95-index geconsulteerd worden. Deze geeft een indicatie van de ionosferische activiteit:
https://flepos.vlaanderen.be/Network/Ionosphere.aspx(opent in nieuw venster)
Bij waardes lager dan 4 wordt een rustige ionosfeer waargenomen, bij waardes richting 8 en hoger is er sprake van verstoringen die dus ook impact kunnen hebben op RTK-metingen. Er is bij hogere waarden dus een zekere waakzaamheid geboden.
De trend in I95-waardes die we in de winter van 2023 in sommige periodes observeren wordt hieronder weergegeven (zie Figuur 2):
De FLEPOS software probeert de ionosferische fout te modelleren, maar er zal altijd een restfout overblijven. Deze kan op de FLEPOS webtoepassing teruggevonden worden als IRIM of ionosferische onregelmatigheid:
https://flepos.vlaanderen.be/Network/Residuals.aspx(opent in nieuw venster)
Vooral wanneer de ionosferische verstoring hoog is, zal de restfout hoger zijn. Wanneer deze hoger is dan 4 cm kunnen verminderde nauwkeurigheid en langere fixtijden geobserveerd worden.
Aanbevelingen
Over het algemeen raden we aan om op momenten van hoge zonneactiviteit enkele minuten te wachten vooraleer metingen uit te voeren na het verkrijgen van een fix. Indien uw toestel ook Galileo en BeiDou ondersteunt, raden wij aan om deze satellieten te gebruiken; maak dus gebruik van mountpoint FLEPOSVRS32GREC waar mogelijk.
We bevelen ook aan om metingen die een hoge nauwkeurigheid vereisen, op een later moment ter controle opnieuw uit te voeren.
Wenst u hierover meer te weten:
- In België wordt het ruimteweer gemonitord door de Koninklijke Sterrewacht(opent in nieuw venster) en het Solar Influences Data Analysis Center(opent in nieuw venster)
- Een bevattelijke bijdrage van het Nederlandse KNMI.(opent in nieuw venster)