Gedaan met laden. U bevindt zich op: Sectorale job creatie en job destructie in Vlaanderen
Sectorale job creatie en job destructie in Vlaanderen
In analyses van tewerkstellingsgroei is niet enkel de netto verandering- dat wil
zeggen, het verschil tussen gecreëerde en vernietigde tewerkstelling – belangrijk, maar
ook de individuele componenten van deze netto tewerkstellingsgroei. Zo kan een totale
tewerkstellingsgroei van bijvoorbeeld 3% een onderliggende job creatie van 4% en een
job destructie van 1% inhouden, maar net zo goed een onderliggende job creatie van
20% en een job destructie van 17%. Om deze componenten in kaart te brengen wordt in
de (beleids)economische literatuur gebruik gemaakt van een zogeheten job creatie job
destructie analyse (zie bijvoorbeeld Dunne, Haltiwanger en Samuelson 1989; Davis en
Haltiwanger 1990; Blanchflower en Burgess 1993; Contini en Revelli 1993; Davis,
Haltiwanger en Schuh 1993; Konings 1995). Dit rapport voert deze analyse uit voor
Vlaamse regio’s: de provincies Antwerpen, Limburg, Oost-Vlaanderen, Vlaams-Brabant
en West-Vlaanderen, en de hoofdstad Brussel. Er wordt ook rekening gehouden met
verschillende sectoren, en de resultaten worden vergeleken met de kwantitatieve
veranderingen gevonden in het WSE rapport “Kwantitatieve veranderingen in de
banenstructuur in België en Vlaanderen”.
Lees de publicatie
- Uitgever
- Publicatiedatum
- December 2009
- Publicatietype
- Onderzoeksrapport
- Thema's
- Toegang tot de arbeidsmarkt , Arbeidsmarkt
- Auteur(s)
- Steunpunt Werk en Sociale Economie, KULeuven, Maarten Goos, Anna Salomons
- Reeks
- WSE-onderzoeksrapporten